Reglement beheer

Hervormde Stichting Begraafplaatsen

Wijnjewoude

Herv. Kerk Weinterp

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATSEN VAN DE
HERVORMDE STICHTING BEGRAAFPLAATSEN WIJNJEWOUDE

Hervormde Stichting Begraafplaatsen Wijnjewoude
p/a Merkebuorren 3
9241 GA Wijnjewoude
e-mail: [email protected]

2

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1
Begripsomschrijvingen

  1. Dit reglement verstaat onder:
    administrateur: degene die door het bestuur van de Hervormde Stichting Begraafplaatsen
    Wijnjewoude is aangewezen voor het verzorgen van de administratie van de begraafplaats.
    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene.
    beheerder: degene die door het bestuur van de Hervormde Stichting Begraafplaatsen Wijnjewoude
    belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.
    bestuur: het bestuur van de Hervormde Stichting Begraafplaatsen Wijnjewoude. Het bestuur
    bestaat uit minimaal 3 personen, Voorzitter, Penningmeester en Secretaris
    columbarium:
  • een verzameling van nissen, waarvan voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om
    daarin urnen dan wel asbussen te doen bijzetten.
    eigen (particulier) graf of ook wel familiegraf genoemd:
  • een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het
    uitsluitend recht is verleend tot:
  • het doen begraven en begraven houden van lijken;
  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
    eigen (particulier) urnengraf:
  • een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het
    uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
    zonder urnen.
    eigen (particulier) urnennis:
  • een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het
    doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.
    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder
    begrepen kettingen en hekwerken.
    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting.
    grafbeplanting: blijvende en niet-blijvende beplanting welke door de rechthebbende op een graf
    wordt aangebracht.
    grafrust(termijn): periode waarin een lijk niet opgegraven mag worden, behoudens toestemming van
    de bevoegde autoriteit.
    particulier graf (eigen of familiegraf):
  • een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het
    uitsluitend recht is verleend tot:
  • het doen begraven en begraven houden van lijken;
  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.
    rechthebbende: degene die een uitsluitend recht op een particulier graf heeft.
    stichting: de Hervormde Stichting Begraafplaatsen Wijnjewoude.

3
uitgiftetermijn (graftermijn): de termijn gedurende welke men het recht heeft een lijk te doen
begraven en begraven te houden.
uitsluitend recht (of grafrecht) : het recht om gedurende een (on)bepaalde periode één of meer lijken
in het graf te doen begraven of begraven te houden.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

  1. Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt, voorzover van belang
    onder “eigen graf” (= particulier graf) mede verstaan: eigen urnengraf en eigen urnennis.
    Artikel 2
    Beheer
    Het beheer van de kerkelijke begraafplaatsen, Duurswoude en Weinterp, gelegen in Wijnjewoude
    berust bij de Hervormde Stichting Begraafplaatsen Wijnjewoude vertegenwoordigd door het bestuur van
    deze stichting.
    Het bestuur wijst een beheerder aan die de dagelijkse leiding over de begraafplaatsen heeft.
    Artikel 3
    Administratie
    De administratie van de begraafplaats wordt gevoerd door het bestuur van de Stichting Hervormde
    begraafplaatsen Wijnjewoude of door een door het bestuur van de stichting aangewezen administrateur.
    Bij de registratie van persoonsgegevens worden de vereisten van de Wet Bescherming
    Persoonsgegevens in acht genomen.
    Artikel 4
    Register
    Het bestuur van de Stichting Hervormde Begraafplaatsen Wijnjewoude of de door het bestuur
    aangewezen administrateur houd(t)(en) een register bij van alle op de begraafplaatsen begraven lijken
    en bijgezette asbussen, met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven of bijgezet
    zijn en een plattegrond van de begraafplaatsen. In dit register worden ook aangetekend de door het
    bestuur reeds uitgegeven, maar nog niet gebruikte particuliere graven.
    Het register en de plattegrond zijn openbaar en worden in tweevoud bijgehouden.

4

HOOFDSTUK 2 – OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Artikel 5
Openstelling begraafplaats

  1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het bestuur bij
    nadere regels vast te stellen tijden. Het bestuur maakt deze tijden openbaar bekend.
    Kinderen beneden 12 jaren hebben slechts toegang, indien zij zijn vergezeld van een
    volwassene.
  2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden
    gesloten.
  3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is zich
    daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
  4. Het is niet toegestaan honden op de begraafplaats toe te laten.
    Artikel 6
    Ordemaatregelen
  5. Het is aan steenhouwers, hoveniers en andere personen die werkzaamheden op de
    begraafplaats verrichten, verboden, anders dan met toestemming van of namens het bestuur,
    werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze
    toestemming kan mondeling worden gegeven.
  6. Het is verboden zonder noodzaak over de graven te lopen, beplantingen te beschadigen of
    bloemen te plukken.
  7. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de
    begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid
    te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
  8. Degenen die het in het tweede lid vermelde verbod overtreden of zich niet houden aan de in het
    derde lid bedoelde aanwijzingen, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de
    begraafplaats verwijderen.
    Artikel 7
  9. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de
    begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan het bestuur onder opgave van
    datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaats vinden.
  10. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de
    orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van het bestuur of de beheerder.
  11. Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of
    naar het oordeel van het bestuur zullen hebben, kunnen door het bestuur worden verboden.
    Artikel 8
    Opgraven en ruimen
  12. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven gebeurt door daartoe aangewezen
    professionele personen c.q gecertificeerde bedrijven.
  13. Andere personen is het niet geoorloofd daarbij aanwezig te zijn behoudens schriftelijke
    toestemming van de beheerder. De beheerder en de eigenaar van de begraafplaats zijn niet
    aansprakelijk voor schade, van welke aard dan ook, die wordt toegebracht aan personen die ter
    bijwoning van het opgraven van lijken of het ruimen van graven op de begraafplaats aanwezig
    zijn.

5

HOOFDSTUK 3 – VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 9
Kennisgeving van begraven en as bezorging, openen en sluiten van het graf

  1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan
    uiterlijk twee dagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaats
    vinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze
    bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36
    uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden
    gedaan.
  2. Op de kist of op het omhulsel van het lijk wordt een registratienummer aangebracht, dat
    correspondeert met het nummer, vermeld op een bijgevoegd document dat tevens de namen, de
    datum van geboorte en overlijden van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de
    doodgeborene bevat, nadat is vastgesteld dat het document betrekking heeft op het lijk.
  3. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat de beheerder van de begraafplaats heeft
    vastgesteld dat het op de kist of het omhulsel vermelde registratienummer overeenkomt met
    het nummer vermeld op het document als genoemd in lid 2.
  4. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een
    graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door de medewerkers
    van de begraafplaats dan wel door degenen die met deze werkzaamheden zijn belast, op
    aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden
    onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe
    uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder
    hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als
    werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
    Artikel 10
    Over te leggen stukken
  5. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van
    as is overgelegd aan de beheerder.
  6. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaats vinden, dient een
    machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of,
    indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
  7. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum
    grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaats vinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn
    met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de
    wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaren. De verlenging dient te worden aangevraagd door de
    rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel
    15, tweede lid.
  8. Een bewijs van betaling van de grafrechten voor de eerste periode dat het graf resp. urnengraf
    uitgegeven is.
  9. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken volledig en juist zijn.

6

Artikel 11
Tijden van begraven en as bezorging

  1. Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot
    begraven en bezorgen van as, tenzij de burgemeester een van de normale termijn afwijkende
    termijn voor begraving of crematie heeft gesteld of het bestuur hiervoor toestemming heeft verleend.
  2. Op de overige dagen zijn de tijden van begraven en het bezorgen van as:
  • op werkdagen van 10.00. tot 17.00 uur
  • op zaterdag van 10.00. tot 16.00 uur.
    Het bestuur kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4 – DE GRAVEN EN GRAFRECHTEN

Artikel 12
Soorten graven

  1. Op de begraafplaats kunnen worden onderscheiden:
    a. particuliere graven en particuliere urnengraven
    b. grafkelders
    Artikel 13
    Particulier graf
  2. Een uitsluitend recht op een graf kan alleen schriftelijk worden gevestigd. Door het bestuur wordt
    een akte van grafuitgifte opgemaakt.
  3. Het bestuur bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of
    zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven.
  4. Het bestuur bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. Voor
    particuliere graven geldt een minimumtermijn van 30 jaren.
  5. In de akte van grafuitgifte wordt vermeld welk graf is uitgegeven tegen welke prijs en voor welke
    termijn.
  6. De rechthebbende op het graf ontvangt een exemplaar van de akte van grafuitgifte.
    Artikel 14
    Verstrijking en verlenging termijn particulier graf
  7. De rechthebbende van een particulier graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd voor bepaalde
    tijd kan verzoeken deze termijn te verlengen. Het uitsluitend recht op een graf wordt op verzoek van
    rechthebbende na verstrijking van de uitgiftetermijn verlengd, mits het verzoek gedaan is binnen een
    jaar voor het verstrijken van de termijn. De verlenging geschiedt telkens voor tenminste 10 jaar en
    niet langer dan 30 jaren.
  8. Het bestuur doet binnen een half jaar voor na de aanvang van de termijn waarin verlenging van het
    recht kan worden verzocht, aan de rechthebbende wiens adres hem bekend is, schriftelijk
    mededeling van het verstrijken van de termijnen van het bepaalde in lid 1.
  9. Indien niet op de einddatum van de lopende periode , bedoeld in lid 2, om verlenging van het recht is
    verzocht, maakt het bestuur de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de
    begraafplaats. De aankondiging blijft beschikbaar tot het einde van de periode waarvoor het recht op
    een particulier graf was gevestigd.

7

Artikel 15
Overschrijving van verleende rechten

  1. Het uitsluitend recht op een graf resp. urnenplaats of urnennis kan op schriftelijk verzoek van de
    rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een
    bloedverwant tot en met de éerste graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten
    name van anderen dan de hiervoor genoemden, is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige
    redenen bestaan.
  2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de
    echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de éérste graad, mits het
    verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen 6 maanden het overlijden van de rechthebbende.
    Overschrijving ten name van anderen, is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen
    bestaan.
  3. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, kan het bestuur
    het recht vervallen verklaren.
    Artikel 16
  4. Van iedere overboeking van het recht op een graf wordt aantekening gehouden in het in artikel 4
    genoemde register.
  5. De rechthebbende krijgt een bewijs van overboeking.
    Artikel 17
    Grafkelder
    Het bestuur kan aan de rechthebbende op een particulier graf, indien daartoe de mogelijkheden
    aanwezig zijn, vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een
    grafkelder overeenkomstig de door het bestuur te stellen voorwaarden. Dit kan alleen bij grote
    uitzondering. Kosten e.d. komen voor opdrachtgeven. Tevens worden ruime plaatsing kosten( zie
    tarievenlijst) berekend.
    Artikel 18
    Afstand doen van graven, urnenplaatsen en urnennissen
    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, kan de rechthebbende schriftelijk afstand
    doen van zijn recht ten behoeve van het bestuur. Van de ontvangst van zodanige verklaring zendt het
    bestuur een schriftelijke bevestiging aan de rechthebbende.
    Artikel 18 A
    Grafrechten.
    Voor graven welke zijn afgegeven voor 1 juni 2006 en waar de grafrechten niet van zijn afgekocht dienen
    jaarlijks grafrechten te worden betaald. Bij het niet betalen van deze grafrechten vervallen alle rechten op
    deze graven en zullen zij, met inachtneming van de wet op de lijkbezorging, terug gaan naar de stichting
    en zullen worden geruimd. Grafbedekking zullen worden verwijderd en vernietigd.

8

HOOFDSTUK 5 – GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 19
Toestemming grafbedekking

  1. Voor het hebben van een grafbedekking is schriftelijke toestemming nodig van het bestuur..
  2. Het bestuur kan in een uitvoeringsbesluit nadere regels vaststellen over de wijze van aanvragen van
    toestemming, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.
  3. Het bestuur kan de toestemming weigeren of intrekken indien:
    a. niet voldaan wordt aan de eventueel door hen vastgestelde nadere regels als bedoeld in lid 2;
    b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
    e. rechthebbende dient, in overleg met de leverancier van het monument/grafbedekking, ervoor te
    zorgen dat bij plaatsing van het monument/grafbedekking er een goede en juiste fundering
    wordt geplaats ( Dit om te voorkomen dat het monument/grafbedekking verzakt).
  4. Toestemming voor het hebben van een grafbedekking voor particuliere graven moet worden
    aangevraagd door en wordt gesteld op naam van de rechthebbende op de grafruimte. Bij
    overschrijving van dat recht wordt de als dan ingeschreven rechthebbende beschouwd als de
    houder van de toestemming.
    Artikel 20
    Grafbeplanting
  5. Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door
    degene die belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats worden verwijderd zonder dat
    aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en
    dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke
    voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende
    indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.
    2 Beplanting die niet op het graf is geplaatst, is eigendom van de beheerder van de begraafplaats en
    kan verwijderd worden zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
    Artikel 21
    Verwijdering grafbedekking
  6. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het bestuur worden verwijderd.
  7. Ingeval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een particulier graf, kan het bestuur,
    voorzover de plicht van onderhoud van de grafbedekking niet bij hem ligt, deze verwaarlozing in een
    schriftelijke verklaring vastleggen en toezenden aan rechthebbende. Rechthebbende dient binnen
    één jaar na ontvangst daarvan in het onderhoud te voorzien.
  8. Indien de ontvangst van de verklaring, als genoemd in lid 2, niet bevestigd wordt, maakt het bestuur
    de verklaring bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, gedurende een periode van
    vijf jaar dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien.
  9. Wanneer toepassing is gegeven aan het gestelde in de hiervoor genoemde leden 2. en 3. en niet
    alsnog in het onderhoud van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf op het moment dat de
    periode van één dan wel vijf jaar, bedoeld in de hiervoor genoemde leden 2. en 3., is verstreken, en
    mag de verwaarloosde grafbedekking worden verwijderd.
  10. Als het recht op een graf nog geen twintig jaar is gevestigd op het moment dat de periode, bedoeld
    in lid 3. is verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van twintig jaar is verstreken
    dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet voordien in het onderhoud van
    het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf zodra de termijn van twintig jaar is verstreken.

9

  1. De grafbedekking vervalt aan de beheerder van de begraafplaats indien:
    a. geen verzoek op grond van artikel 15 lid 3 is ingediend;
    b. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

HOOFDSTUK 6 – ONDERHOUD

Artikel 22
Onderhoud door de stichting

  1. Ten einde de kosten van aanleg, instandhouding en onderhoud van de begraafplaats en de graven,
    waarin door het bestuur wordt voorzien, te dekken, worden rechten geheven volgens de bij dit
    beheersreglement behorende tarievenlijst, die jaarlijks kan worden herzien.
  2. Het bestuur belast zich met het onderhoud van de begraafplaats, waaronder wordt verstaan het
    onderhoud aan gebouwen en paden, het maaien van het gras, het verzorgen van de algemene
    beplanting en de watergangen e.d.
  3. Het bestuur belast zich tevens met het onderhoud van de graven, indien dit is afgekocht, waaronder
    wordt verstaan het:
    a. snoeien van de blijvende grafbeplanting en
    b. schoonhouden van gedenktekens. Het kleuren en bijwerken van opschriften valt niet onder het
    afgekochte onderhoud.
  4. Het bestuur accepteert geen aansprakelijkheid voor schade, door welke oorzaak ook ontstaan aan
    de grafbedekking of ieder ander voorwerp dat zich op het graf bevindt.
    Artikel 23
    Onderhoud door de rechthebbende
  5. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen,
    waaronder wordt verstaan het algemene onderhoud als bedoeld in artikel 22 lid 3, zoals
    steenhouwers werkzaamheden (herstel en vernieuwing), onderhoud aan hekwerken en
    afscheidingen e.d., het kleuren en bijwerken van opschriften en het verzorgen van graftuintjes en
    niet-blijvende grafbeplanting.
  6. Schade aan de grafbedekking als bedoeld in artikel 22 lid 4 komt voor rekening van de
    rechthebbende.
  7. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, en
    daardoor een risico ontstaat van schade aan derden, kan het bestuur met inachtneming van het
    gestelde in lid 4 de grafbedekking geheel of gedeeltelijk doen verwijderen. Het verwijderde blijft
    gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna, met
    inachtneming van het bepaalde in lid 4, aan de stichting, zonder dat deze tot enige vergoeding
    verplicht is.
  8. Tenzij sprake is van een acuut risico, zulks uitsluitend ter beoordeling van het bestuur, vindt de
    verwijdering niet plaats dan nadat drie maanden zijn verstreken nadat de rechthebbende per
    aangetekend schrijven met bericht van ontvangst is aangemaand tot onderhoud of herstel van de
    grafbedekking. Als het adres van de rechthebbende niet meer bij de burgerlijke gemeente bekend is,
    vindt de vermelde aanmaning plaats op het mededelingenbord van de begraafplaats. Bij het graf
    wordt een verwijzing naar deze aanmaning aangebracht.

10

HOOFDSTUK 7 – RUIMING VAN GRAVEN

Artikel 24

  1. Met inachtneming van de Wet op de lijkbezorging en overige toepasselijke regelgeving kan de
    beheerder van de begraafplaats graven doen ruimen, mits dit gebeurt door daartoe gekwalificeerde
    personen c.q. gecertificeerde bedrijven. Ruiming van een particulier graf kan niet, dan met
    toestemming van de rechthebbende op dat graf.
  2. Het voornemen van de beheerder om een particulier graf te ruimen, gebeurt door middel van het
    plaatsen van een bordje bij het te ruimen graf. Plaatsing daarvan geschiedt gedurende tenminste
    een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden.
  3. Van het voornemen tot ruiming wordt aan rechthebbende schriftelijk mededeling gedaan bij het bij
    de beheerder van de begraafplaats bekend zijnde adres van rechthebbende.
  4. De bij de ruiming van het particuliere graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden
    herbegraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van
    de begraafplaats(en). Hierbij dient de nodige zorgvuldigheid en piëteit in acht te worden genomen.
  5. De rechthebbende op een particulier graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de
    overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om
    deze elders te doen herbegraven.

HOOFDSTUK 8 – IN STAND TE HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN

EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 25
Lijst

  1. Het bestuur houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de
    grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
  2. Alvorens tot ruiming van graven over te gaan, onderzoekt het bestuur of er graven zijn die in
    aanmerking komen om op de onder 1. genoemde lijst te worden bijgeschreven.
  3. Het bestuur beslist, in overleg met de kerkenraad van de Hervormde Gemeente Wijnjewoude, over
    het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde
    lijst staan.

HOOFDSTUK 9 – KLACHTEN

Artikel 26

  1. Rechthebbenden en andere bij de begraafplaats belanghebbende personen en leden van de
    kerkelijke gemeenten die ressorteren onder de werkingssfeer van de stichting, kunnen omtrent
    feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats of het nalaten daarvan bij het bestuur een
    schriftelijke klacht indienen.
  2. Het bestuur beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Het bestuur kan deze termijn
    met ten hoogste dertig dagen verlengen.
  3. Het bestuur brengt de beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager.

11

HOOFDSTUK 10 – OVERGANGSBEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 27
Dit reglement treedt in werking op 1 juni 2022
Alsdan vervallen de voordien bestaan hebbende voorschriften en bepalingen op dit gebied, behoudens
eerbiediging van rechten, verkregen voor de inwerkingtreding van dit reglement, voorzover niet in strijd
met de wettelijke bepalingen.
Artikel 28

  1. Ingeval van verschil over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen waarin het reglement
    niet voorziet, beslist het bestuur.
  2. Wijziging van dit reglement kan plaats vinden door het bestuur.

Aldus vastgesteld op 1 mei 2022
Namens het bestuur van de Hervormde Stichting Begraafplaatsen Wijnjewoude.